[English below] “De wereld bekijk ik met een museumbril. Ik denk en schrijf over musea, ik bezoek musea, werk in musea en daarbij sleutel ik er ook nog aan. Zo bekeken ben ik redelijk monomaan. Zelf vind ik trouwens dat dat meevalt want musea gaan in mijn visie over werkelijk alles. Of, anders gezegd, ze gaan over de ‘samenhang der dingen’. De samenhang der dingen is het motto dat ik ooit bedacht voor het genootschap Natura Artis Magistra, ofwel Artis in Amsterdam. Dat motto is mijn persoonlijk motto geworden. Bij Artis ging het over de samenhang tussen natuur en cultuur; tussen verleden, heden en toekomst; tussen mens en dier en tussen kunst en wetenschap. Musea zijn de mooiste vrijplaatsen voor de menselijke geest die we hebben: plekken van verwondering, bewondering, studie, begrip, afgrijzen en doelloos dwalen. Musea zijn er voor iedereen.”
“Toen iemand mij vroeg om te kiezen op welke doelgroepen het Nationaal Glasmuseum in Leerdam – waarvan ik ruim zes jaar directeur was – zich moest richten, wilde ik niet kiezen. Het was voor de liefhebber van het ambacht en voor kunstenaars; voor de groep bejaarden op de tribune van de blazerij en voor de student industrieel ontwerpen. Marketeer Paul Mertz bedacht, zonder dat hij mijn persoonlijk motto kende, de slogan: ‘Glas van alle kanten’. Die drie woorden bepaalden de verbazingwekkend rijke koers die het museum daarna vond.”
“Van 2012 tot en met 2022 werkte ik in Enschede bij Rijksmuseum Twenthe en De Museumfabriek die net als Artis en het Glasmuseum op zoek waren naar een helder profiel. Was Rijksmuseum Twenthe een rijksmuseum of toch een Twents museum? Voor de tukkers of voor heel Nederland? Voor de oude of de moderne kunst? Het zal niemand verbazen dat het dat allemaal is. Rijksmuseum Twenthe is een netwerkmuseum dat lokaal en regionaal sterk verankerd is maar dat ook nationaal en internationaal denkt en programmeert. Dat zich niet alleen richt op de oudere kunst maar ook op de nieuwste ontwikkelingen waarbij kunst, technologie en ondernemerschap onverwachte verbanden aangaan.
Artis, het Nationaal Glasmuseum, Rijksmuseum Twenthe en De Museumfabriek gaan allen over de samenhang der dingen. Daarbij hebben ze alle vier een avontuurlijke koers gevonden die wortelt in de eigen ontstaansgeschiedenis. Maar daarmee houdt iedere gelijkenis ook werkelijk op.”
Arnoud Odding studeerde museologie en kunstgeschiedenis in Leiden. Hij is oprichter en directeur van het organisatiebureau O dubbel d dat zich aanvankelijk specialiseerde in de realisatie van tentoonstellingen en prijsvragen. Gaandeweg de jaren negentig werden deze projecten steeds grootschaliger en complexer, zoals het stadsjubileum 750 jaar Den Haag in 1998. Eind jaren negentig werd de focus verlegd naar de conceptvorming en vervolgens het management van grootschalige tentoonstellingsprojecten in musea. Vanaf 2002 staat de advisering en revitalisering van musea en andere culturele instellingen centraal.
Begin 2004 publiceerde hij samen met Tiziana Nespoli een boek onder de titel ‘Het Gedroomde Museum’. Het gedroomde museum is een pamflet voor culturele vernieuwing, dat terug gaat naar de 18e eeuwse wortels van musea als plekken waar kennis geïnterpreteerd werd en waar interpretaties bediscussieerd werden. Een visie die er op gericht is om het museum zijn oude plek in het centrum van het culturele en wetenschappelijke debat te laten hernemen. Op verzoek van de Stichting DOEN schreef hij in 2011 een vervolg op dit boek onder de titel ‘Het Disruptieve Museum’. Dit tweede boek gaat over musea in de netwerksamenleving. Het disruptieve museum is het netwerkmuseum het museum dat een radicaal nieuw antwoord geeft op de vraag naar het bestaansrecht.
De vraag hoe kunst, wetenschappen en musea het vraagstuk van identiteit en relevantie kunnen benaderen, loopt als een rode draad door het werk van Arnoud Odding.
“I look at the world through museum glasses. I think and write about museums, I visit museums, work in museums and I also tinker with them. Looked at this way, I am fairly single-minded. I don’t think that’s such a bad thing because, in my view, museums are about everything. Or, to put it differently, they are about the coherence of everything. The coherence of everything is the motto I once coined for the Society Natura Artis Magistra, or Artis in Amsterdam. That motto has become my personal motto. At Artis, it was about the relationship between nature and culture; between past, present and future; between humans and animals and between art and science. Museums are the finest havens for the human spirit we have: places of wonder, admiration, study, understanding, horror and aimless wandering. Museums are for everyone.”
“When someone asked me to choose which audiences the National Glass Museum in Leerdam – of which I was the director for over six years – should focus, I didn’t want to choose. It was for enthusiasts of the crafts and for artists; for the group of mostly elderly in the grandstand of the hot shop and for the industrial design students. Without him knowing my personal motto, marketeer Paul Mertz came up with the slogan: ‘Glass from all angles’. Those four words determined the astonishingly rich directions the museum found afterwards.”
“From 2012 to 2022 I worked in Enschede at Rijksmuseum Twenthe (an art museum from the Middle Ages to the 21st century) and De Museumfabriek (a local museum of sciences) , which – like Artis and the Glass Museum – were looking for a clear profile. Rijksmuseum Twenthe, was it a national museum or a regional museum? For the people living in Twente or for the whole of the Netherlands? For ancient or modern art? It will surprise hardly anyone that it is all that. Rijksmuseum Twenthe has reinvented itself as a national art museum where ambitious exhibitions of old, modern and contemporary art tell stories about social and cultural developments in the past centuries and their significance for the present.
The Amsterdam zoo Artis, the National Glass Museum, Rijksmuseum Twenthe and De Museumfabriek are all about the coherence of everything. All four have chosen an adventurous course that is rooted in their own history. But at the same time, any strategic similarity really ends there.”
Arnoud Odding studied museology and art history in Leiden. He is the founder and director of strategic consultancy O dubbel d, which initially specialized in the realization of exhibitions and competitions. Gradually, these projects became increasingly large-scale and complex, such as the city jubilee 750 years of The Hague in 1998. After that, the focus shifted to concept formation and subsequently the management of large-scale exhibition projects in museums. Since 2002, the focus has been on advising and revitalizing museums and other cultural institutions.
At the beginning of 2004 he published a book together with Tiziana Nespoli entitled The Dreamed Museum. The dreamed museum is a pamphlet for cultural renewal, which goes back to the 18th century roots of museums as places where knowledge was interpreted and where interpretations were discussed. A vision aimed at restoring the museum to its old place at the center of the cultural and scientific debate. At the request of the DOEN Foundation, he wrote a sequel to this book in 2011 under the title ‘The Disruptive Museum‘. This second book is about museums in the network society. The disruptive museum is the network museum, the museum that provides a radically new answer to the question of existence.
The question of how art, science and museums can approach the issue of identity and relevance is a common thread through Arnoud Odding’s work.