Mijn podcast De Museoloog is een dekmantel om mensen vragen te kunnen stellen over onderwerpen waar ik meer van wil weten. Het was me opgevallen dat de kunsten en ook onze musea in een paar jaar tijd enorm zijn veranderd. Ideeën en opvattingen die tot voor enkele jaren belangrijk waren zijn dat nu veel minder en wat ooit een loze kreet was is nu de essentie van de kunst geworden. Wie goed heeft opgelet zag die ingrijpende transformatie tien of vijftien jaar geleden al aankomen. Aanvankelijk was het een onderstroom die geleidelijk aan kracht won. Na de luchtledige periode van de pandemie bleek die stroom echter uitgegroeid tot een alles overheersende kracht waar iedereen in mee wordt gezogen. Waar heb ik het over en hoe is het zo gekomen?
NRC opende afgelopen week met een vier pagina’s lang onderzoeksartikel over misstanden bij het Internationaal Toneel Amsterdam. Kern van het stuk was dat artistiek leider Ivo van Hove samen met zijn partner jarenlang een schrikbewind gevoerd zou hebben en dat de complete overgave die van medewerkers verwacht werd voor een onveilige werkomgeving had gezorgd. Een paar dagen eerder las ik een ingezonden brief waarin een kunstenaar, Pauline Bakker, haar ergernis uitsprak over het begrip makers dat het woord kunstenaars geleidelijk aan het vervangen is. “Het woord ‘kunstenaar’ draagt een gewicht en waardigheid die voortkomt uit eeuwenlange traditie en respect.” Maker vindt ze een vage containerterm die alles en niets betekent. De geniale kunstenaar als ziener is, zoals we weten een 19e eeuwse romantische uitvinding. De eenling (meestal een man) die eigenhandig de wereld een zetje geeft. Daar geloven we steeds minder in. De visionaire kunstenaar en ook curatoren in musea worden steeds vaker vervangen door een collectief van mensen, noem het makers.
Als de prioriteiten wijzigen veranderen ook de woorden en begrippen. Zo horen we ook steeds minder over de tweedeling hogere en lagere kunst of over het discours waarbij de ene kunstenaar reageert op de andere en daarmee de kunst op eigen kracht voortstuwt. De canon met de grote namen van de kunst wordt voortdurend aangevuld en genuanceerd, wat een mooi streven is maar ook tot gevolg heeft dat die lijst met namen zijn onderscheidende betekenis verliest. Zelfs het begrip autonoom, jarenlang een hoeksteen van het kunstbegrip, wordt door de directeur van het Stedelijk Museum niet meer zo belangrijk gevonden. Luister naar Rein Wolfs in aflevering 24 van De Museoloog. De beeldende en de toegepaste kunst groeien naar elkaar toe. Of iets autonoomis of visionair doet minder ter zake dan dat het werk het doel bereikt.
Het is ons kunstbegrip zelf dat verandert. Kunst en cultuur richten zich op de wereld in plaats van op de kunsten zelf. Vroeger was het vanzelfsprekend dat je als kunstenaar of als acteur bij ITA moest lijden voor de kunst, nu verbeeld je het lijden in de wereld. Kunst, cultuur en musea willen de wereld veranderen (Luister naar Bart Rutten in aflevering 12 van De Museoloog) en dat kan alleen als je het samen doet en daar past dus ook een democratischer woord bij: maker! (Margriet Schavemaker in aflevering 18)
Dat is in de kern wat er is veranderd en daarover maak ik dit najaar podcasts met innovatieve projecten in musea waar dat nieuwe perspectief centraal staat. The making of…