[English below]

Het was in juli 2003. In de auto kreeg ik een telefoontje van de fonkelnieuwe directeur van de Amsterdamse dierentuin Artis, Haig Balian. Haig was boos, heel boos. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om de brandweer uit te nodigen om ‘zijn’ Partycentrum aan de Plantage Middenlaan te inspecteren op vluchtroutes en andere praktische zaken. Hoe ik ook mijn best deed om hem uit te leggen dat alles netjes was afgesproken met zijn voorganger, hij bleef grommen. Samen met Tiziana Nespoli, Joost Willink en Natasja Wehman had ik ruim een jaar gewerkt aan nieuwe plannen voor de herinrichting van het Groote Museum op de eerste verdieping bóven het partycentrum. Het Groote Museum is na Teylers Museum in Haarlem het oudste vrijwel volledig bewaard gebleven museuminterieur van Nederland. Een schitterend monument uit het midden van de 19e eeuw, de tijd waarin Artis nog echt het verlichtingsgenootschap Natura Artis Magistra was. Joost Willink had het interieur ‘ontdekt’ en een paar mensen opgetrommeld om plannen te maken voor de restauratie en herinrichting van het Groote Museum. Hij was gealarmeerd door onuitgewerkte plannen om het interieur om te bouwen voor kantoren voor het personeel of eventueel zelfs geheel te slopen voor een multimediale experience. Met ons vieren gingen we in de zomer van 2002 aan de slag om plannen te bedenken waardoor het erfgoed behouden zou kunnen worden. Met wat externe financiering en een stevige stuurgroep naast ons voelden we ons als een guerrillagroepje die de taak had een geweldig nieuw museum te bedenken. De toenmalige directie van Artis gedoogde ons. Dat werd anders met het aantreden van de nieuwe directeur Haig Balian.

Een paar weken na dat boze telefoontje zaten we aan tafel met Balian. Als projectleider moest ik veelal het woord doen en ons verdedigen tegen de aanvallen van de nieuwe directeur. Een gesprek waarvoor een uur was gepland liep uiteindelijk uit op een verbale schermutseling van bijna vier uur. Toen we vertrokken zei hij “ik ben blij dat ik niet elke dag met jou hoef te discussiëren”. Waarop ik vroeg of ik dat als een compliment mocht opvatten. Dat mocht. We hadden ons plan met alle kracht verdedigd maar het leek alsof het doek was gevallen voor ons Groote Museum. Getergd besloten Tiziana Nespoli en ik om onze ideeën over musea en over kunst en wetenschap, die we de afgelopen maanden zo hadden gescherpt, verder uit te werken. Dat leidde uiteindelijk tot ons boek “Het Gedroomde Museum”.

De galerij van het Groote Museum in 2002

Twee maanden later in oktober 2003 belde Balian opnieuw. Of ik projectleider bij Artis wilde worden om de ontwikkeling van de transformatieplannen voor Artis inhoudelijk en praktisch te begeleiden en coördineren. Ik vroeg hem of de plannen voor ons Groote Museum een eerlijke kans zouden krijgen. Hij hoefde mij niet te beloven dat ze gerealiseerd zouden worden maar de plannen moesten wel een eerlijke kans krijgen. Dat vond Balian geen probleem en vervolgens brak een uiterst intensieve periode van tweeëneenhalf jaar aan waarin we spraken met architecten, landschapsarchitecten, historici, dierverzorgers, educatoren, wetenschappers, olifantenspecialisten, bezoekers, buurtbewoners, marketeers en nog heel veel andere mensen. Allemaal met het doel om een nieuwe toekomst voor de dierentuin te formuleren. Een toekomst waarin ruimte zou zijn voor de dieren, voor de mensen, voor de planten, voor de cultuur, voor de wetenschap én voor het erfgoed. Onder leiding van Haig Balian maakte Artis een inhoudelijke en praktische draai door van 180 graden. Van een dierentuin die zichzelf een beetje was kwijtgeraakt in de bijna 170 jaar die het bestond tot een trotse stadsdierentuin waar de ‘samenhang der dingen’ centraal staat.

In de loop van 2006 waren de plannen zover uitgewerkt dat ik voor de vraag kwam te staan of ik zou blijven om de plannen te helpen realiseren of het stokje van inhoudelijk projectleider over te geven. Ik koos voor het tweede in de wetenschap dat mijn rol was voltooid. In de jaren daarna heeft Haig Balian met grote vasthoudendheid gewerkt aan de realisatie van plannen waarin ik heel veel herken van wat we ooit samen bedachten. En zelfs toen Haig als directeur was teruggetreden, werkte hij door aan projecten die me dierbaar zijn. In 2022 was het eindelijk zover: het Groote Museum is in de oude luister hersteld en opnieuw is het een echt museum. Geheel in de oorspronkelijke geest van het Koninklijk Genootschap Natura Artis Magistra.

Arnoud Odding

En dezelfde galerij na de herinrichting in 2022

Artis and Het Groote Museum

It was in July 2003. In the car, I received a phone call from the brand-new director of Amsterdam Zoo Artis, Haig Balian. Haig was angry, very angry. How I had gotten it into my mind to invite the fire brigade to inspect ‘his’ Party Centre on Plantage Middenlaan for escape routes and other practical matters. No matter how I tried my best to explain to him that everything had been neatly agreed with his predecessor, he kept growling. Together with Tiziana Nespoli, Joost Willink and Natasja Wehman, I had been working for over a year on new plans for the redevelopment of the Groote Museum on the first floor above the party centre.

After Teylers Museum in Haarlem, the Groote Museum is the oldest almost completely preserved museum interior in the Netherlands. A magnificent monument from the mid-19th century, the time when Artis was really the enlightenment society Natura Artis Magistra. Joost Willink had ‘discovered’ the interior and drummed up a few people to start making plans for the restoration and redesign of the Groote Museum. He was alarmed by unfinished ideas to convert the interior for offices for staff or possibly even demolish it entirely for a multimedia experience. The four of us set to work in the summer of 2002 to devise plans that would preserve the historic building. With some external funding and a solid steering committee alongside us, we felt like a guerrilla group tasked with coming up with a brilliant new museum. The then Artis management tolerated us. That changed with the arrival of new director Haig Balian.

A few weeks after that angry phone call, we sat at the table with Balian. As project leader, I mostly had to do the talking and defend ourselves against the new director’s accusations. A conversation for which an hour was planned ended up turning into a verbal skirmish of almost four hours. When we left, he said “I’m glad I don’t have to argue with you every day”. To which I asked if I could take that as a compliment. It was allowed. We had defended our plan with all our might but it seemed like the curtain had come down on our Groote Museum. Tantalised, Tiziana Nespoli and I decided to flesh out our ideas about museums and about art and science, which we had so much honed over the past few months. This eventually led to our book The Dreamed Museum [Dutch].

Two months later in October 2003, Balian called again. Whether I wanted to become project manager at Artis to supervise and coordinate the overall development of the transformation plans for Artis in terms of content and operations. I asked him if the plans for our Groote Museum would be given a fair chance. He did not have to promise me that they would be realised but I wanted the plans to be given a fair chance. Balian had no problem with that and then an extremely intensive two-and-a-half-year period began in which we talked to architects, landscape architects, historians, animal caretakers, educators, scientists, elephant specialists, visitors, local residents, marketers and lots of other people. All with the aim of shaping a new future for the zoo. A future in which there would be room for animals, for people, for plants, for culture, for science and for heritage. Under Haig Balian’s leadership, Artis went through a 180-degree turn in terms of content and practice. From a zoo that had lost a bit of itself in its nearly 170 years of existence to a proud city zoo where the ‘cohesion of the things’ was central.

During 2006, the plans had developed [Dutch] to the point where I was faced with the question of whether to stay on to help realise the plans or hand over the baton of chief content officer. I chose the latter knowing that my role was complete. In the years since, Haig Balian has worked with great tenacity to realise plans in which I recognise a lot of what we once conceived together. And even when Haig had stepped down as director, he continued to work on projects dear to my heart. In 2022, the time had finally come: the Groote Museum was restored to its former glory and once again it was a real museum. Entirely in the original spirit of the Royal Society Natura Artis Magistra.

Arnoud Odding